Weetjes
Weetjes
De Engelenburcht heeft door de geschiedenis heen vele persoonlijkheden, filmmakers en songwriters geïnspireerd. Wist je bijvoorbeeld dat de burcht voorkomt in de blockbuster Angels and Demons? En dat het dakterras een belangrijke rol speelt in de derde akte van Puccini’s beroemde opera Tosca? Lees verder voor nog meer weetjes!
De oorsprong van de naam
Zoals vermeld in het historische gedeelte van dit artikel, was het monument oorspronkelijk een mausoleum. In 403 n.Chr., toen het een vesting voor verdedigingsdoeleinden werd, kreeg het de naam Castello.
Een andere variant van de naam ontstond rond 590. In die tijd organiseerde paus Gregorius I een plechtige, kerkelijke optocht om God te smeken een einde te maken aan de pestepidemie. Het schijnt dat toen hij de Pons Aelius overstak, een visioen kreeg van de aartsengel Michaël die zijn zwaard terug in de schede schoof.
De paus interpreteerde dit als het einde van de pest, die daadwerkelijk kort daarna ophield. Daarom liet de paus ter ere van de aartsengel een standbeeld plaatsen dat uitkeek over de stad, op de plek waar Michaël verscheen.
Het standbeeld van de aartsengel
Het standbeeld dat er vandaag de dag te zien is, is niet het originele. De eerste versie was gemaakt van hout, maar het brokkelde af door het weer en werd vervangen door een marmeren beeld dat tijdens een belegering in 1379 werd vernietigd.
Daarna werd deze vervangen door een nieuwe marmeren engel, die in 1497 door de bliksem werd getroffen. De vierde, gemaakt van brons bedekt met goud, werd omgesmolten om kanonnen te maken.
Tenslotte werd in 1573 nog een bronzen beeld gebeiteld, dat meer dan tweehonderd jaar op het hoogste gedeelte van het kasteel bleef staan. Omdat het zwaar beschadigd was, werd het in 1747 verwijderd en in 1752 vervangen door het huidige bronzen beeld van Peter Anton van Verschaffelt, die jaarlijks de aandacht van duizenden bezoekers trekt.
De macabere gevangenissen
Zoals eerder vermeld, werd het kasteel in de 19e eeuw gebruikt als politieke gevangenis. Afgezien van de binnenplaats waar de gevangenen werden veroordeeld, waren er talrijke ruimtes die als gevangenis werden gebruikt en die vandaag de dag nog steeds kunnen worden bezocht.
De ergste gevangeniscel in het kasteel was de Sammalò of San Marocco, aan de achterzijde van de Bastione San Marco. De gevangene werd van bovenaf naar beneden gelaten en had geen ruimte om te staan of te liggen. De cel was vroeger een van de vier ventilatiegaten van het Mausoleum van Hadrianus.
Op de benedenverdieping van het gebouw waren de cellen gereserveerd voor belangrijke personen, zoals de beeldhouwer Cellini. Rechts van de Loggia van Paulus III zijn elf cellen voor politieke gevangenen.
Beroemde gevangenen waren de humanisten Platina en Pomponio Leto, Beatrice Cenci (die ondanks haar jonge leeftijd ter dood werd veroordeeld), Giordano Bruno, evenals Italiaanse patriotten tijdens de Risorgimento.
De beroemde ontsnapping van Benvenuto Cellini
Zoals in de vorige paragraaf vermeld, was de beeldhouwer bijna een jaar lang een van de beroemdste gevangenen van het kasteel. Het schijnt dat hij was opgesloten in de laatste cel ten zuiden van de bovengelegen Binnenplaats van Alexander VI.
In de nacht van Corpus Christi 1538, besloot hij meerdere lakens aan elkaar te knopen en zo een lang touw te maken waarmee hij zich dwars door de latrine (rechts van de cel) naar beneden liet zakken en zo wist te ontsnappen.
Nadat hij opnieuw gevangen was genomen in het kasteel, werd hij afgezonderd in de cel die zich in het verlengde bevond van de grote waterput, die nog steeds onder de vloer van de binnenplaats te vinden is. Het schijnt dat Cellini niet alleen over de duisternis klaagde, de vogelspinnen en de giftige wormen, maar ook over het feit dat er zo veel water was.
Aan één wand van de cel bevindt zich een glazen ruit die een (nu niet meer zo herkenbare) tekening afschermt. De kunstenaar had voor zijn eigen troost tijdens zijn gevangenschap een beeld geschetst van God met een verrezen Christus.
De controversiële decoratie van de pauselijke residentie
Zoals vermeld in het gedeelte over de Kamer van Cupido en Psyche, zijn de decoraties in de slaapkamer van Paul III Farnese (1534-1549) gebaseerd op het sprookje van Apuleius in de roman “De gouden ezel”. Hier volgt het verhaal in het kort.
Er was eens een jonge vrouw genaamd Psyche, die zó mooi was dat ze op een gegeven moment zelfs meer aanbeden werd dan Venus. De Romeinse godin van de liefde werd woest en besloot daarom om haar zoon Cupido op haar af te sturen om haar te koppelen aan de meest verschrikkelijke man die hij kon vinden. Het plan had echter geen succes want uiteindelijk werd hij haar echtgenote. Het enige nadeel was dat ze Cupido nooit mocht zien en hij haar daarom alleen ’s nachts op kwam zoeken.
Nadat Psyche zwanger werd, besloot de op een dag een olielamp onder het bed te verstoppen zodat ze haar geliefde stiekem kon ontmaskeren. Toen Cupido die avond per ongeluk wakker werd toen Psyche zijn gezicht bekeek, moest hij op de vlucht slaan. Hij had immers het bevel van zijn moeder niet opgevolgd. Echter, nadat de jonge vrouw de zware beproevingen van de goden had doorstaan kreeg ze van Jupiter een drankje waarmee ze net zoals haar echtgenote onsterfelijk werd. Zo leefden ze nog lang en gelukkig.
De reden waarom de decoraties van het pauselijke vertrek verbonden zijn met dit verhaal is omdat het een christelijk moraal bevat. Psyche wordt namelijk beschouwd als de personificatie van de ziel (Psyché in het Grieks betekent “ziel”) en de beproevingen die zij onderging vormden een moeilijke maar noodzakelijke weg om uiteindelijk beloond te worden met eeuwige verlossing. Op de fries van de kamer zijn de beproevingen te zien waarop Psyche er alles aan doet om vergeven te worden door de goden.
De uitdrukking “Mastro Titta steekt de brug over”
Dit is een beroemde uitspraak die de burgers gebruikten toen zij de beul van de Pauselijke Staat (bekend als Mastro Titta) de brug in de richting van het Kasteel zagen oversteken, wetende dat een man spoedig het leven zou verliezen.
Zijn carrière als beul van doodvonnissen begon eind 18e eeuw, toen hij slechts 17 jaar oud was. Mastro Titta heeft in 68 jaar dienst, 516 mensen gemarteld en geëxecuteerd. De bloederige en macabere executies werden op verschillende manieren uitgevoerd (o.a met behulp van een galg of guillotine) op de binnenplaats wat toen volstrekt legaal was.
De beul woonde in Borgo (vlakbij het kasteel) en verdiende de kost als paraplu-maker. Aangezien hij bekend stond om zijn gruwelijke bijbaan in Castel Sant’Angelo, werd hem gevraagd om de brug naar het kasteel alleen over te steken als dat écht nodig was.
Ponte Sant’Angelo en zijn tien engelen
De Engelenbrug verbindt de Piazza di Ponte Sant’Angelo met de Engelenburcht. De brug werd gebouwd in 134 door keizer Hadrianus maar kreeg pas rond de 16e eeuw de naam Ponte Sant’Angelo.
Aan het begin van de brug, op de oever tegenover het kasteel, staan de beelden van Sint Pieter en Sint Paulus. De eerste houdt de sleutels van de hemel vast en de tweede een zwaard. De tien engelen op de rest van de brug, tonen de voorwerpen van het lijden van Christus: de doornenkroon, het kruis, zwepen, spijkers, etc.
Op de brug waar nu Bernini’s standbeelden staan, werden vroeger de afgehakte hoofden en lijken van ter dood veroordeelden tentoongesteld ter afschrikking.
Invloed op de popcultuur
Het is immers duidelijk dat het veelzijdige gebouw veel heeft betekend in het verleden, vooral in de geschiedenis van de Romeinse tijd. Echter heeft het monument ook zijn invloed gehad op de hedendaagse popcultuur.
Het beroemde dakterras is bijvoorbeeld het punt vanwaar de naamgeefster haar dood tegemoet springt in de derde akte van Puccini’s beroemde opera Tosca.
Zoals eerder vermeld, komt het kasteel ook voor in de film Angels and Demons en diende het ter inspiratie voor videogames zoals Assassin’s Creed II, met een hoofdrol in Assassin’s Creed: Brotherhood.