Arco di Constantino - Roma

Weetjes

Wist je dat in theorie de overwinning op Maxentius niet aan de eisen voldeed om een triomfboog te laten bouwen? Het ging immers om een oorlog tussen twee Romeinse keizers waarbij het bloed van het eigen volk had gevloeid. Waarschijnlijk omdat Maxentius werd gezien als een slechte heerser en vijand van het rijk, werd de bouw van de boog gerechtvaardigd.

Lees verder om nog meer weetjes over de Boog van Constantijn te ontdekken!

Een revolutionair monument

Wanneer je naar de stijl van de beelden uit de tijd van Constantijn kijkt, zie je duidelijk hoe anders het snijwerk is in vergelijking met de rest van het monument. Terwijl de panelen die ontleend waren aan vroegere monumenten (uit de tijd van Marcus Aurelius) zo duidelijk klassiek zijn, zijn de figuren die het verhaal van Constantijn vertellen het tegenovergestelde.

Sommige kunsthistorici vermoeden nu echter dat Constantijns beelden niet bedoeld zijn om stilistisch te concurreren en dat ze gewaardeerd werden om hun helderheid. Het gebrek aan de juiste verhoudingen van het menselijk lichaam en aan ruimte rondom de figuren, zijn kenmerken die we associëren met vroegchristelijke kunst, die eerder symbolisch dan naturalistisch bedoeld is.

De verschuiving uit het Griekse naturalisme vergemakkelijkte de interpretatie van de beelden. Zoals eerder genoemd, was dit voor sommigen een teken van decadentie en een afscheid van de hellenistische Romeinse kunst, die sinds het midden van de Republikeinse periode diep was geassimileerd door de Romeinse bovenklasse.

Voor anderen is het een artistieke interpretatie van de geromaniseerde provincies en een grotere natuurlijkheid; maar ook een teken van de opkomst van nieuwe artistieke stijlen die in latere tijdperken meer tot uiting zouden komen en er plaats werd gemaakt voor abstracte kunst.

Hoe dan ook, de elementen uit de Constantijnse periode hebben de traditionele romeinse kunst drastisch doorbroken. Het monument verwijst daarom enerzijds naar de tijd vóór Constantijn, toen het Christendom nog niet officieel werd getolereerd, met letterlijk bijeengeraapte stukken van overblijfselen van andere monumenten, en anderzijds het begin van een christelijk millennium, vol symbolen en met een simpelere kunstvorm.

De controversiële inscriptie

De veelbesproken inscriptie op de boog werd door de Senaat aangebracht om in gunst te komen bij de nieuwe keizer en om de nederlaag van de tiran Maxentius te vieren.

De zolder inscriptie in het Latijn luidt als volgt:

“IMP(eratori) CAES(ari) FL(avio) CONSTANTINO MAXIMO P(io) F(elici) AUGUSTO S(enatus) P(opulus) Q(ue) R(omanus) QUOD INSTINCTU DIVINITATIS MENTIS MAGNITUDINE CUM EXERCITU SUO TAM DE TYRANNO QUAM DE OMNI EIUS FACTIONE UNO TEMPORE IUSTIS REM PUBLICAM ULTUS EST ARMIS ARCUM TRIUMPHIS INSIGNEM DEDICAVIT”.

En betekend:

“Aan keizer Caesar Flavius Constantijn, de grootste vrome en gelukkige Augustus hebben Senaat en Volk van Rome, omdat hij door goddelijke inspiratie en zijn grote geest met zijn leger in een rechtvaardige strijd de staat zowel van een tiran als van al zijn aanhangersin één keer heeft bevrijd, deze boog versierd met triomfen gewijd”.

Met name de uitdrukking “door goddelijke inspiratie” heeft veel vragen en debatten losgemaakt bij geleerden die, zonder tot een gemeenschappelijke conclusie te komen, benadrukken dat men in dat begrip formuleringen kan herkennen die zowel tot de christelijke als tot de heidense cultuur behoren.

De inscriptie op de triomfboog geeft met deze formulering aan dat Constantijn de overwinning bij de Milvische brug niet alleen beschouwde als het resultaat van zijn eigen militaire, politieke en strategische genialiteit, maar ook van de bovennatuurlijke steun die hij kreeg.

Constantijn en het Christendom

Verwijzend naar de bovenstaande inscriptie beweren sommige historici dat de enige (heidense) goden waar het monument naar verwijst de zonnegod Apollo en de maangodin Diana zijn. Maar zoals eerder genoemd, staan deze symbool voor de grootsheid en goddelijkheid van Constantijn zelf.

De historicus Eusebius van Caesarea daarentegen, beweert dat de keizer overduidelijk de monotheïstische christelijke godsdienst omarmde. Hij geloofde namelijk dat hij met behulp van God de strijd tegen Maxentius had gewonnen. Bovendien erkende Constantijn met het Edict van Milaan in 313 de vrijheid van godsdienst, wat het christendom tot een legitieme godsdienst in het Rijk maakte.

Ondanks bovenstaande beweringen, koos Constantijn vrijwel geen partij tot het eind van zijn leven. Hij bekeerde zich pas op zijn sterfbed tot het Christendom. Hieruit kan worden geconcludeerd dat de werkelijke kracht van Constantijn was dat hij in staat was een reeks concrete boodschappen over te brengen, die schijnbaar tegenstrijdig waren, omdat zij gericht waren op zijn doel om de vele mensen binnen het Rijk en zo ook de politieke en sociale componenten van die tijd te verenigen.

Constantijn en Sol Invictus

Ondanks dat Constantijn bekend staat als de eerste christelijke keizer van het Romeinse Rijk, vereerde hij al vanaf zijn jonge jaren de zonnegod Sol Invictus, de “Onoverwonnen Zon”. Deze cultus en religie bestond pas officieel sinds 274 n.C. en leek veel op het vroege monotheïstische christendom. Reden hiervoor is dat Sol en God beide bronnen van hemels licht en overwinning waren.

Volgens historici had Constantijn een speciale relatie met de Sol Invictus. Zo werd er in 310 steeds meer munten geslagen met daarop de bustes van Constantijn én de zonnegod. De verspreiding van gepersonaliseerde munten in het Rijk was een belangrijk middel om de keizerlijke macht, legitimiteit en ideeën naar het volk te communiceren.

Op deze munten stond bovendien de inscriptie SOLI INVICTO COMITI (Sol, onoverwinbare compagnon). In combinatie met de soort munten waarop Constantijn en Sol figuurlijk samen staan afgebeeld, benadrukt de inscriptie dat de keizer Sol had verkozen als zijn compagnon en beschermheilige.

Ook na de dood van Constantijn werd er een bijzondere munt geslagen. Deze bevat een quadriga symbool die gelinkt kan worden naar de Sol Invictus, dezelfde die ook op de Boog van Constantijn is afgebeeld. Met andere woorden, zelfs na de dood van de keizer werd er besloten om geen christelijke symboliek op de munten van Constantijn te slaan.

De Meta Sudans

In 1936 werd besloten om een monument af te breken dat zich vlakbij het Colosseum en de Boog van Constantijn bevond, de Meta Sudans. Deze werd rond het jaar 80 gebouwd in opdracht van keizer Titus en werd door Domitianus voltooid. De fontein stond op het kruispunt van vier stadsdistricten, op de plek waar de Via Triumphalis de Via Sacra kruiste. Om verkeersbelemmeringen te voorkomen tussen het Colosseum en het Forum Romanum, werd deze verwijderd.

De Meta Sudans was gemaakt van beton en baksteen en was kegelvormig, net zoals de keerpalen (metae) op de spina van een Romeins circus. Sudans betekent “zwetend” en verwijst naar het water dat als zweet langs de marmeren wanden van de fontein leek te glijden.

Het uiterlijk van het monument is achterhaald omdat deze is afgebeeld op antieke munten. Men schat dat de fontein 17 m hoog moet zijn geweest en een diameter had van 25,5 m. Bovendien waren er arcades met standbeelden geplaatst, mogelijk ter gelegenheid van de bouw van de Boog van Constantijn.

Volgens een oude legende gingen gladiatoren na hun gevechten naar de fontein om zich te wassen en hun dorst te lessen. De overblijfselen van de Flavische fontein werden uiteindelijk in de fascistische tijd ontmanteld bij de aanleg van de Via dei Trionfi (triomfroute).

Andere Romeinse bogen

Naast de Boog van Constantijn, verkeren de Boog van Titus en de Boog van Septimius Severus vandaag de dag ook nog in goede staat. De eerste is de monumentale ingang van het Forum Romanum en werd gebouwd ter ere van de overwinning van de keizer op Judea in 70 n. Chr. Het werd gebouwd door de Senaat ter nagedachtenis van keizer Titus, na zijn dood in 81 AD.

Met zijn eenvoud, nobele verhoudingen en sculpturale versiering is de boog een prachtig voorbeeld van soberheid en evenwicht. De reliëfs binnen de Boog van Titus stellen de twee hoogtepunten van de triomftocht voor en worden beschouwd als de hoogste uitdrukking van de illusionistische stijl in de Romeinse beeldhouwkunst.

De tweede werd gebouwd in 203 n.Chr. in opdracht van de Senaat ter ere van keizer Septimius Severus en zijn zonen Caracalla en Geta. De inscriptie op het monument verwijst naar twee glorieuze daden van Septimius Severus die de eerste jaren van zijn bewind kenmerkten.

De schoonheid van de architectonische verhoudingen, die van de Boog van Septimius Severus een toonbeeld maakten, wordt teniet gedaan door de overvloedige beeldhouwkunstige versiering, die taferelen uitbeeldt van de militaire veldtochten van de keizer in het Oosten en het eerbetoon van de volkeren die hij had onderworpen.

Ook staat de Boog van Janus nog overeind, een vierhoekig bouwwerk tussen de Tiber en het Forum Romanum. Het monument is gebouwd rond 356 n.Chr. in opdracht van keizer Constantius II ter ere van zijn vader Constantijn de Grote. De oorspronkelijke naam van de boog was Arcus divi Constantini (boog van de vergoddelijkte Constantijn). Pas na de Romeinse tijd kreeg het de naam Janus, de god van de poorten en bruggen.

Maar dit waren niet de enige bogen in Rome. Volgens de registers van de 14 regio’s van het Augustijnse Rome waren er 36 in totaal. Sommige waren kleiner of minder bekend dan bovenstaande en andere zijn inmiddels verdwenen. Een paar voorbeelden zijn: de Boog van Pompeius (61 v. Chr.), de Boog van Drusus (9 v. Chr.), de Boog van Nero (62 v. Chr.) en de Boog van Marcus Aurelius (176 n. Chr.).

Misschien ben je ook geïnteresseerd in...

Introductie
Weetjes